Biodiversiteit - vragen en antwoorden

De gemeente Oldenzaal stelde het visiedocument  ‘Anders kijken, anders doen in het openbaar groen’ vast. Hierin staat hoe we de komende jaren omgaan met het openbaar groen. Alleen al in de bebouwde kom is ruim 2 hectare extensief gras aanwezig. Dit is gras dat maximaal twee keer per jaar wordt gemaaid: één keer rond juni en één keer rond september. Op locaties waar de veiligheid in het geding dreigt te komen, maaien we vaker. Het aantal maaibeurten is afhankelijk van het groeiseizoen. Buiten de bebouwde kom blijft het maaien gelijk; dit doen we twee keer per jaar. Daarnaast vormen we actief heestervakken om tot een bloeiende dichte beplanting. Dit doen we ook ter verbetering van de biodiversiteit. 

Dat ziet u op de kaart de website van de gemeente Oldenzaal www.oldenzaal.nl/biodiversiteit. Hier vindt u de meest actuele stand van de omvormingen.

Nee. De veranderingen vinden plaats in de hele gemeente Oldenzaal.

Dit is al een aantal jaren aan de gang. Als je een ommetje in je buurt maakt, zul je zien dat er minder intensief wordt gemaaid en dat groenstroken zijn of worden omgevormd.  

De huidige economische tijd vraagt om bewuste financiële keuzes van de gemeente. Dat geldt ook voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. De gemeente koos daarom voor:

• het actief vergroten van de biodiversiteit in de stedelijke omgeving (met name voor insecten, kleine zoogdieren en vogels);
• het bezuinigen op de openbare ruimte. Hiervoor stelde de raad een maatregelenpakket ‘Uitvoeringsplan omvormingen biodiversiteit’. Het omvormen van groenstroken en het minder maaien zijn hier de resultaten van. 

De plekken waar we minder maaien, hebben we onder andere bepaald aan de hand van technische eisen, zoals:

• de omvang van de machines waarmee we onderhoud plegen;
• de locaties ( stadsranden, doorgaande routes en in de woonwijk);
• behoud van de functie van een plek (zoals speelplek, hondenuitlaatplaats);
• de bodemomstandigheden en grondwaterstanden; gekeken is op welke locaties omvormingen het meest bij kunnen dragen aan de biodiversiteit.

Ja. We schouwen regelmatig om de veiligheid te kunnen blijven garanderen. Uitzichthoeken langs kruisingen bijvoorbeeld, worden regelmatig bij gemaaid om deze overzichtelijk te houden.

Ja. Plekken met een duidelijke functie, maaien we zo vaak als dat nodig is. 

Nee. Bij eerdere steekproeven zagen we geen toename van zwerfvuil. Ook uit landelijk onderzoek blijkt dat er geen sprake is van een toename. Wel kan het zwerfvuil wat langer kan blijven liggen, omdat het minder opvalt. Wij doen er ieder geval alles aan doen om het zwerfvuil zoveel mogelijk te beperken en zo snel mogelijk op te ruimen.

Nee. Teken leven vooral in en rondom bossen en natuurgebieden. Onderzoek wees uit dat het langere gras niet voor een extreme toename zorgt, omdat dit twee keer per jaar wordt gemaaid en afgevoerd. Hierdoor zal de verspreiding en vermeerdering niet noemenswaardig zijn. Dat neemt overigens niet weg dat het risico op (besmette) teken aandacht blijft vragen. Vooral in de zomermaanden is het raadzaam om uzelf, kinderen en/of huisdieren regelmatig op teken te controleren. Op internet is er veel informatie te vinden over dit onderwerp. Ook kan uw apotheek of dierenspeciaalzaak u verder adviseren. 

Nee. Elke hondeneigenaar moet de poep van zijn of haar hond opruimen. Ook in het lange gras. De gemeente handhaaft hierop. Hondeneigenaren riskeren een boete als ze dit nalaten. Meer informatie hierover kun je vinden op www.oldenzaal/inwoners/hondenbeleid

Nee. Dit willen we niet hebben. Om de biodiversiteit te verhogen, maaien we bepaalde plekken al bewust minder intensief. Soms komt dat erg nauw; het maaien en afvoeren gebeurt dan direct als een bepaalde soort is uitgebloeid. Dit maakt dat er in onze gemeente bijzondere planten voorkomen zoals wilde orchideeën of bijvoorbeeld de blauwe knoop, de wilde bosanemoon, de slanke sleutelbloem en de zonnedauw.

Het is eenvoudiger dan u denkt om de biodiversiteit in je eigen tuin – en zelfs op je eigen balkon – te verbeteren. Begin eerst eens met het verwijderen van overbodige bestrating. Graaf het gele straatzand af en vervang dit door zwarte grond (eventueel te verbeteren met compost of teelaarde). Plant hierin wat bollen of vaste planten en – afhankelijk van de grootte van het plantvak - eventueel wat heester- of boomsoorten. Hetzelfde geldt voor uw balkon. Hier kunnen een paar plantenpotten al een enorm verschil maken. Bij het lokale tuincentrum kunt u zich verder laten adviseren over welk soort beplanting geschikt is voor uw tuin of balkon. Samen maken we Oldenzaal groener en mooier.

Voor vragen over onveilige situaties kunt u contact opnemen met de gemeente Oldenzaal via telefoonnummer (0541) 58 81 11.