975 jaar marktrechten in Oldenzaal

Op 11 juli heeft Oldenzaal 975 jaar marktrechten. Tijdens de zaterdagmarkt van 13 juli besteden we aandacht aan dit historische feit. Van 10.00 tot 12.00 uur loopt op de markt een marskramer in traditionele kleding rond. Het Hanze Huis is vanaf 10.00 uur gratis toegankelijk. Iedereen is van harte uitgenodigd om een kijkje te nemen!

Oldenzaal was een van de eerste plaatsen in de Lage Landen die marktrechten kreeg. Alleen Utrecht had al een paar jaar eerder deze rechten gekregen, en waarschijnlijk ook Deventer. Ter vergelijking: Amsterdam bestond toen nog niet eens!

Op 11 juli 1049, nu 975 jaar geleden, kreeg ‘de plaats Oldensale in het land van Twent verlof en macht, eenmaal in de week (donderdag) het ganse jaar door, een markt te houden’. Ook mocht er eenmaal per jaar een jaarmarkt gehouden worden, namelijk ‘twee dagen voor het wijfeest van de Heilige Plechelmus tot twee dagen erna’. Dat de jaarmarkt gekoppeld was aan het feest van Plechelmus (de beschermheilige van de stad) laat zien dat Oldenzaal in de vroege middeleeuwen al een belangrijk kerkelijk centrum was.

De marktrechten werden door de Duitse keizer Hendrik III geschonken aan bisschop Bernold van Utrecht. 

Het toekennen van het marktrecht zorgde voor directe inkomsten voor de bisschop in de vorm van tolgelden. Het waren dus niet direct de burgers die profiteerden van de marktrechten. Vanaf het begin werd deze markt gehouden op de plek waar nu nog steeds de Groote Markt is en waar nog altijd tweewekelijks markt gehouden wordt.